29
Tijdens het ontbijt was Sally’s moeder vol van het nieuws dat ze Magnus Tait hadden opgepakt.
‘Wat een opluchting,’ zei ze. ‘Mijn zenuwen zijn de hele week al op de proef gesteld, het idee dat hij hier vlakbij woont, daar op de heuvel.’
Sally nam aan dat ze zich ook opgelucht moest voelen, hoewel Catherine er natuurlijk niet door terugkwam.
‘Heb je gezien dat ze hem arresteerden?’ vroeg ze.
‘Nee, maar Maurice zag ze naar buiten komen toen hij vanochtend langsreed. Hij zei dat er zoveel auto’s op de weg stonden, dat hij er nauwelijks door kon komen.’ Maurice was de conciërge van de school.
Alex kwam de keuken binnen. Hij had net gedoucht en zijn haar was nog nat. Hij had een wit T-shirt aan en had zijn trui over zijn arm, zodat hij die straks kon aantrekken voordat hij de deur uit ging. Sally vond dat hij er goed uitzag in die spijkerbroek en dat witte T-shirt, jonger en fitter. Minstens zo jong als meneer Scott van school. Margaret schepte havermout in een kom en zette die neer op zijn plek aan tafel. Hij deed er een scheut melk bij en ging eten. Margaret hield op over Magnus Tait en begon te klagen over een van de kinderen op school, die zich maar niet wilde gedragen. Alles was zo normaal en alledaags dat Sally begon te denken dat ze zich alle rare dingen die gebeurd waren verbeeld moest hebben. Als ze straks naar de bushalte voor het huis van de Rosses zou lopen, zou Catherine daar op haar staan wachten. Haar vader zou er weer uitzien zoals hij er altijd uitzag, als een saaie veertiger. Straks zou ze wakker worden en zou alles weer normaal zijn.
De telefoon ging. Ze lieten Margaret opnemen. Sally vermoedde dat het nieuws over de arrestatie van Magnus zich verspreid zou hebben en dat iedereen in Ravenswick er het fijne van wilde weten. Waarom zou ze de pret van haar moeder bederven? Ze spoelde haar bord af, zette het in het afdruiprek en begon haar spullen voor school bij elkaar te zoeken. Alex zat nog aan tafel en smeerde met kalme bewegingen boter op zijn geroosterde brood. Toen Margaret terugkwam, gloeiden haar wangen. Ze bleef in de deuropening staan en wachtte totdat ze haar aan zouden kijken.
‘Dat was Morag,’ zei ze. ‘Ze vond dat we het moesten weten. Het komt straks toch in het nieuws.’
In het verleden, dacht Sally, zou Alex zijn vrouw gevraagd hebben wat er aan de hand was, maar nu bleef hij gewoon dooreten en wachtte hij totdat ze het zou zeggen. Hij weigerde haar het plezier te doen ernaar te vragen. Sally was nieuwsgierig, maar ook zij zei niets.
Margaret leek op het punt te staan in tranen uit te barsten door hun gebrek aan belangstelling. ‘Het gaat om Catriona,’ zei ze ten slotte. ‘Ze hebben haar gevonden in een van de turfveldjes op de heuvel. Morag zei dat ze perfect geconserveerd was. Je zou denken dat ze pas gisteren is gestorven.’ Ze wachtte enige tijd. ‘Daarom hebben ze Tait gearresteerd. Ze hebben nu bewijs. Wie kon het anders hebben gedaan?’
Alex legde zijn mes neer. ‘Hoe hebben ze haar gevonden?’
‘De regen en de smeltende sneeuw hebben een kleine aardverschuiving veroorzaakt. Catriona was in de turfgrond begraven en door de verschuiving is ze gedeeltelijk blootgelegd. De moeder van Cassie Hunter was daar met die hond van de Andersons. Zij was het die alarm heeft geslagen.’
Sally keek naar het gezicht van haar vader. Ze kon niet zien wat hij dacht. ‘Die arme vrouw,’ mompelde hij. ‘Wat een afschuwelijk toeval dat juist zij twee keer over een lichaam moest struikelen.’
Sally vond dat buitengewoon grappig klinken. Ze zag het voor zich, een absurd filmpje in haar hoofd waarin Cassie Hunters moeder struikelde en op haar gat viel. Maar ze wist dat ze niet mocht lachen.
‘Nu weten Kenneth en Sandra tenminste wat er met hun kind is gebeurd,’ zei Margaret. ‘Misschien kunnen ze nu weer hier komen wonen.’
Op school stond Sally weer in het middelpunt van de belangstelling, want niemand had het nieuws over Magnus Tait en het overleden meisje al gehoord. Toen de presentielijst werd ingevuld zei ze tegen meneer Scott dat de moordenaar van Catherine was gearresteerd. Zijn reactie verbaasde haar. Het was alsof ze hem een cadeautje had gegeven. Hij bedankte haar, niet op de beleefde, droge manier waarop hij het gedaan zou hebben als ze een werkstuk bij hem kwam inleveren, maar alsof hij haar oprecht dankbaar was. ‘Fijn dat je het me zo snel laat weten. Ik zou het niet graag in de lerarenkamer hebben gehoord.’
Sally bedacht dat Robert Isbister het nieuws misschien ook nog niet zou hebben gehoord. Het was een mooi excuus om hem te bellen. Hij had zich tenslotte geïnteresseerd getoond en het betekende dat ze niet zou hoeven wachten totdat hij haar belde. Ze geloofde niet dat ze de spanning van het wachten nog veel langer aankon. Haar eerste les was Frans. Ze vond Frans vreselijk. Ze zei tegen Lisa Murray dat het nieuws weer herinneringen aan Catherine in haar boven bracht en dat ze zich helemaal niet kon concentreren. Zou Lisa de docent Frans willen inlichten? Het was de eerste keer dat ze zonder geldig excuus een les oversloeg. Ze ging naar de wc’s, sloot zich op in een van de hokjes en belde Robert.
Hij antwoordde meteen. De verbinding was niet best en zijn stem klonk als die van een onbekende. De lichamelijke reactie die Sally normaliter ervoer wanneer ze zijn stem hoorde, bleef uit.
‘Magnus Tait is gearresteerd,’ zei ze. ‘Voor de moord op Catherine. Ze hebben dat andere meisje gevonden. Ik dacht dat je het wel zou willen weten.’ Waarom dacht ze dat eigenlijk? Ze wist toch niet waaróm het hem fascineerde? Hij was gewoon sensatiebelust, besloot ze. Net als iedereen.
‘Kunnen we iets afspreken? Kun je weg?’ Hij klonk heel gretig en Sally wist dat ze beet had. Hij wilde alle details weten, hoewel ze hem niet zoveel meer kon vertellen.
Snel ging ze in gedachten het rooster van die dag na. Ze had geen echt belangrijke lessen. Lisa kon doorgeven dat ze van streek was. Ze zouden aannemen dat ze naar huis was gegaan. ‘Ja, waarom niet?’ zei ze.
Ze spraken af bij zijn busje in de haven. Sally moest een kwartier op hem wachten en toen de meeuwen krijsend over haar hoofd vlogen, begon ze opeens nerveus te worden. Ze had het idee dat hij meer van haar wilde dan alleen een praatje en een kop thee. Zelfs meer dan de informatie over de moorden. Was ze wel klaar voor hem? Ze had zich niet opgemaakt voordat ze die ochtend de deur uit ging, had zich niet eens gedoucht, omdat ze laat was geweest door het nieuws over Tait. Ze zag zichzelf zoals hij haar zou zien: een wat sjofel schoolmeisje dat een beetje te dik was, met een tas vol boeken.
Toen ze in het busje stapte en naast hem ging zitten, legde hij zijn hand in haar nek, trok haar voorzichtig naar zich toe en kuste haar. Ze voelde dat er iets aan hem was veranderd. Ze voelde opluchting. Misschien voelden alle mensen die door dit drama waren geraakt nu wel opluchting. Niet alleen omdat de moordenaar achter de tralies zat, maar omdat de politie nu niet langer in hun privéleven zou wroeten. Ze hadden allemaal hun eigen geheimen, meneer Scott, Robert... misschien haar ouders ook wel. Nu zou de politieman van Fair Isle hen verder met rust laten.
Zonder iets te zeggen reed Robert in noordelijke richting. Sally streelde de fijne haartjes op zijn pols en hij speelde met haar hand, wreef met zijn duim in haar handpalm. Ze wilde dat hij haar weer zou kussen maar was te verlegen om het te vragen, en bovendien vond ze het wachten wel spannend.
‘Waar gaan we naartoe?’
‘Het leek me wel leuk om naar de Wandering Spirit te gaan. Die heb je toch nog nooit gezien?’
De boot lag aangemeerd in de haven van Whalsay. Dat hield in dat ze met de veerboot naar het eiland moesten gaan. Sally probeerde zich te herinneren of er op de veerboot iemand werkte die het aan haar ouders kon vertellen, maar Robert leek zo vastbesloten, dat ze wel met hem mee moest gaan.
Ze stonden vooraan in de rij, bleven hand in hand in het busje zitten en zagen hoe de veerboot, log en plat en licht deinend bij elke golfslag, kwam aanvaren. Afgezien van hen waren er een paar vrachtwagens en een personenauto. Voor de overtocht gingen ze in de lounge zitten. Robert haalde koffie voor haar uit de automaat. Hij kende de man van de personenauto, die ook in de lounge zat, maar stelde haar niet aan hem voor. Terwijl de twee mannen het hadden over vissen en over een of ander feest dat in een van de bars op Whalsay was geweest, keek Sally naar buiten en zag ze het eiland langzaam dichterbij komen. Ze kon zich niet herinneren of ze er ooit was geweest. De laatste jaren in elk geval niet.
Roberts boot was zo indrukwekkend als iedereen haar had verteld, glanzend wit, vol radarmasten en antennes en veel groter dan ze zich had voorgesteld. Robert was er apetrots op. Je kon zien hoeveel de boot voor hem betekende. Die was meer dan alleen een hulpmiddel om zijn brood te verdienen. Die was zijn verlengstuk. Die vertelde wie hij was. Toen Sally dat dacht, besefte ze dat het iets was wat Catherine gezegd zou kunnen hebben, en ook dat gaf haar een trots gevoel.
Hij nam haar mee naar beneden en liet haar de kajuit zien waar de bemanningsleden zaten wanneer ze niet aan het werk waren. Er waren banken met leren bekleding en een grote televisie. Er was ook een koelkast. Robert haalde er twee blikjes bier uit en hield haar er een voor. Ze pakte het aan. Ze voelde de boot deinen. Die lag diep in het water en het grijze oppervlak van de zee bevond zich dicht onder de patrijspoort. De horizon kantelde van links naar rechts in een regelmatig, hypnotiserend ritme.
‘Viel je op Catherine?’ vroeg ze opeens. ‘Ik bedoel, ik zou het kunnen begrijpen als het zo was. Ze zag er erg goed uit.’
‘Nee,’ zei Robert. ‘Wil je een eerlijk antwoord? Ik zou haar natuurlijk niet zo’n gruwelijke dood hebben toegewenst, maar ik vond haar een opgeblazen kikker. Al dat gezeur over films en kunst. Altijd dat gepraat.’
‘Neem je mij ook een keer mee naar een van die feestjes in de Haa?’
‘Ik had haar niet meegenomen,’ zei hij snel. ‘Ze was daar al. We hebben even met elkaar gepraat, dat is alles.’
‘Maar neem je me een keer mee?’
‘Ja, mij best.’
Ze had haar bier te snel opgedronken en het smaakte sterker dan ze gewend was. Het deinen van de boot desoriënteerde haar. Hij pakte nog een blikje voor haar. Ze praatten. Over zijn werk, over zijn ouders. Ze zou zich herinneren hoe hij over zijn moeder praatte. De mensen begrijpen haar niet. Dat komt allemaal door die Hunter. Ze is gewoon te zachtaardig om nee tegen hem te zeggen. En over zijn vader, hoewel dat niet was alsof er iets over een gewoon mens werd verteld. Eerder over een of andere held over wie je alleen in boeken las. Maar ze was er niet echt bij met haar gedachten. Ze was zich sterk bewust van haar lichaam onder haar kleding, haar tong tegen haar tanden en de huid van haar voeten op de zolen van haar sportschoenen. Alles verborgen en ingesnoerd. Ze boog zich naar voren en maakte de veters los. De ene schoen viel op de grond en de andere trapte ze uit met haar voet. Daarna trok ze haar sokken uit en maakte er een bal van. Er lag vloerbedekking in de kajuit, grove, stugge vloerbedekking die haar aan kokosmatten deed denken. Ze drukte haar voeten erin en bewoog ze. Robert, die nog steeds aan het praten was geweest, over een zware storm die uit het niets was komen opzetten toen hij voor de kust bij Stavanger voer, viel stil.
‘Sorry,’ zei Sally. ‘Het is hier nogal warm.’
Hij boog zich naar voren, nam haar voet in zijn hand en trok die naar zich toe, zodat ze zich opzij moest draaien en dwars op de bank kwam te liggen. Hij begon haar voetzool te masseren met zijn duim, zoals hij dat in het busje met haar handpalm had gedaan. Even was ze bang dat ze zou flauwvallen.
Naderhand dacht ze: is dit hoe iedereen het beleeft? Ook oudere mensen? Ze vroeg zich af of haar vader en moeder het wel eens deden. Even dacht ze dat het goed voor hen zou zijn, beter dan zo haastig en star langs elkaar heen te leven. Haar vader zou waarschijnlijk geduldiger zijn. Niet zo ruw en veeleisend. Maar meteen daarna dacht ze: doe niet zo belachelijk. Wat had ze anders van de eerste keer kunnen verwachten? Robert lag op zijn rug en rookte een sigaret. Ze zou het nu prettig hebben gevonden als hij iets tegen haar zou zeggen, maar hij werd blijkbaar in beslag genomen door zijn eigen gedachten. Misschien gedroegen alle mannen zich na afloop wel zo. Ze had aan hem willen vragen: was het goed? Heb ik het goed gedaan? Maar ze wist dat het verstandiger was dat ze haar mond hield.
Ten slotte zei ze: ‘Ik moet terug, anders mis ik de bus.’ Ze had meer dan genoeg tijd, maar ze was uitgehongerd. Ze droomde nu niet meer van seks maar van Kit-Kats en chips, of misschien een sandwich met bacon.
Robert kwam langzaam overeind en Sally zag weer wat haar zo in hem aantrok. Ze keek naar zijn brede schouders en de spieren van zijn armen en rug. Het was toch niet zo’n grote vergissing geweest dat ze het had gedaan. In de lounge van de veerboot voelde ze dat ze glimlachte. Robert zat naast haar en zijn grote hand rustte op haar bovenbeen. En toen hij haar bij school afzette, kuste hij haar. Ze hadden nog steeds geen woord gezegd over wat er was gebeurd.
Het was veel te vroeg en de school was nog niet uit, dus ging Sally naar het winkeltje op de hoek en kocht daar een reep chocola en een tijdschrift. Ze bladerde meteen door naar de problemenrubriek, maar er stonden geen brieven in die haar konden helpen.
Ze zat in de bus naar huis toen haar mobiele telefoon overging. Ze antwoordde meteen, was ervan overtuigd dat het Robert zou zijn. Hij zou iets tegen haar zeggen wat lief en bemoedigend was. Dat hij het heel fijn met haar had gevonden. Maar het was een vrouwenstem, die ze eerst niet herkende.
‘Sally? Ben jij het? Je moeder heeft me je nummer gegeven. Ik hoop niet dat ik je stoor. Je spreekt met Fran Hunter. Je weet wel, van het huis bij de kerk.’
Duncan Hunters ex-vrouw, had Sally willen zeggen. Maar dat deed ze natuurlijk niet. Dat zou heel onbeleefd zijn.
‘Ik vroeg me af of je voor mij op Cassie zou kunnen passen. Ze hebben me gevraagd een paar klassen van de avondschool les te geven. Hun leraar zit al een paar weken ziek thuis. Misschien vind je het moeilijk, omdat Catherine het hiervoor altijd heeft gedaan... Maar je moeder zei dat ik het toch maar aan je moest vragen...’ De stem viel stil.
‘Nee,’ zei Sally snel. ‘Echt, ik zou het heel leuk vinden.’ Het zou een manier zijn om Robert te ontmoeten zonder dat haar moeder ervan wist. Riskant, maar beter dan elke keer met hem naar Lerwick gaan. ‘Wanneer u maar wilt.’